“Ain wondre stad”

 

Op 4 december ging plotseling de telefoon. Het kengetal herkende ik meteen, het nummer niet. Een aardige stem aan de lijn. Hoewel enigszins gecamoufleerd, herkende ik het onmiskenbare accent dat bij een Groninger hoort. Een accent dat me zeer vertrouwd is, ik gebruik het zelf immers ook.

Gevolg van het telefoontje is, dat ik de afgelopen weken met enige regelmaat weer naar Groningen mag gaan. Lesgeven op de Hanzehogeschool, waar ik meer dan 25 jaar geleden zelf ben afgestudeerd, is een bijzondere ervaring. De fietstocht ernaar toe leidt me dwars door de binnenstad. Niet de kortste weg overigens, wel de mooiste.

Als ik dan met de trein Groningen langzaam binnen rijdt, komt ook dat prachtige nummer van Bruce Springsteen weer in mijn gedachten: “My Hometown”. Een triest nummer eigenlijk, maar vol van melancholiek en een ondertoon van liefde voor zijn stad.

The Boss zingt over een stad in verval, die hij wil verlaten, waar geen toekomst meer is. Meer dan voor mij of voor de “Stadsbewoners”, moet het voor de bewoners van het gebied ten oosten en noorden van Groningen heel herkenbaar zijn. De teleurstelling, of is het de woede, over het verval zit diep. En zoals dat met Groningers gaat, ze uiten dat niet snel. Maar als de gevoelens aan de oppervlakte komen, kun je er maar beter naar luisteren, moet je het wel serieus nemen. Gelukkig staan de desastreuze gevolgen van de gaswinning nu wel op de politieke agenda.

Voor de stad Groningen moet Bruce een betere versie gaan schrijven. Het is “ain wondre stad”, zoals het volkslied het al zegt. De stad is in trek, voor toeristen en vooral ook voor studenten. En terecht, het is een prachtige stad, met veel historie, maar ook met een toekomst. My Hometown, nog steeds, ook al woon ik er al meer dan 25 jaar niet meer.

De prachtige stationshal, een goed bewaard geheim. Over het museum valt te twisten, maar spraakmakend is het zeker. De Vismarkt, aan de westkant geflankeerd door Der Aa Kerk en de Korenbeurs waar Appie al weer jaren haar intrek in heeft genomen. De Grote Markt, gedomineerd door het stadhuis en d’Olle Grieze. Het Broerplein, waar je vanaf de Boteringe of de Kijk in ’t Jat altijd even je trappers stil houdt om even om het hoekje te kunnen gluren. Het Noorderplantsoen, Selwerd, dat tunneltje onder de ringweg, dat iedere student kent. En tenslotte het Zernike. Eén lange trip vol met melancholie.

Mij resteert nog het nakijken van de tentamens. Hebben de studenten iets van mijn lessen opgestoken. Heb ik een basis gelegd, waaraan ze over zoveel jaar nog herinnerd worden. Ik hoop met een verhaal hen net dat duwtje gegeven, die ze nodig hebben voor hun toekomst. En misschien beschouwen ze Groningen over 25 jaar ook nog wel als hun Hometown.